Aniana Taelman

Wie ben ik?

Hier zit ik dan, starend in de verte, wachtend tot de juiste woorden komen om mezelf te beschrijven. Maar waar begin ik?

Ik kan het hebben over mijn voormalig zakelijk leven. Over het succes dat aan de buitenkant zichtbaar was. Over titels en promoties. Over carrière maken in multinationals. Omdat onze huidige maatschappij zich vooral daarop baseert.

Maar wát zegt dat over mij?

Over de échte mij?

Ik ben mezelf zo lang kwijt geweest.

Dat weet ik nu.

Succes was er op alle vlak. Althans, het succes waarmee onze wereld zich identificeert. Maar wat heb ik daaraan? Ik werd er alleszins niet gelukkiger van. Dat weet ik nu ook.

De zelfmoord van mijn vader heeft me onbewust op dat dwaalpad gezet. Ik moest door met mijn leven en om dat te kunnen moest ik alle verdriet en pijn heel diep wegstoppen. Om er voor mijn moeder en zus te kunnen zijn. Om te kunnen overleven.

Ik heb me in allerlei rollen gewrongen, carrière gemaakt, gewerkt als een bezetene voor de glorie van anderen, mezelf tientallen keren op streng dieet gezet, gesport om de perfectie na te streven en constant in de weer geweest om mijn zogenaamd boeiend sociaal leven te onderhouden.

Kortom, het perfecte leven aan de buitenkant.

Tot bleek dat álles wat ik in mijn leven gerealiseerd had slechts één doel diende: mijn bodemloos verdriet verhullen achter dikke lagen van externe vervulling.

Wie ben ik écht?

Mijn échte succes, mijn triomfaal hoogtepunt in mijn bestaan was echter niet in externe omstandigheden te vinden.

Dat heb ik in mezelf gevonden.

Door mijn verdriet niet langer te ontkennen en het noodzakelijke rouwproces aan te vatten. De strijd was bikkelhard. Eindeloos.

Het was een proces van vallen en opstaan, van nog dieper vallen en toch weer recht krabbelen, van doorzetten, van elke angst diep in de ogen kijken en die niet langer ontkennen of weigeren te zien, van mijn masker durven afgooien en m’n zelfpijnigende strijd tegen het leven voor eens en voor altijd staken.

Dat proces heeft twintig jaar op zich laten wachten en is pas werkelijk in gang gezet wanneer ik voor het eerst in m’n leven ging schrijven en een eerste boek over mijn innerlijk gevecht wilde baren.

Ik wilde altijd al de wereld inspireren.

Nadat ik eindelijk – na drie jaren – mijn strijd tegen de vroegdementie van mijn moeder kon staken, wilde ik deze persoonlijke overwinning als inspiratie gebruiken om lotgenoten een hart onder de riem te steken en hen via mijn persoonlijk verhaal aan te zetten om de liefde voor hun naasten voorop te zetten in plaats van angst, woede en weerstand te laten overheersen.

Ik was er aanvankelijk zelf van overtuigd dat ik een boek over alzheimer zou schrijven. Tot ik eraan begon en van bij de eerste schrijfdag een berg onverwerkte, pijnlijke herinneringen aan mijn vaders dood over me heen kreeg.

Toen werd alles helder. Elke strijd die ik gevoerd had in mijn leven – tegen mijn moeders wegkwijnen, tegen mijn eigen ziek-worden en altijd maar ziek-blijven, tegen mijn verleden, heden en toekomst – verborg een uitweg, een excuus om mijn pijn maar niet onder ogen te hoeven zien. Het decor van mijn leven diende als richtingaanwijzer om mijn ogen te openen voor de krassen waardoor ik getekend en geketend was sinds mijn vaders onomkeerbare daad. 

Ik stond toen voor een belangrijk keerpunt: Ik wilde zó graag weer voluit leven en maakte daarvoor bewust de keuze om mijn trauma te helen.

Dát is wat mij écht maakt. Dát is wat ik jullie over mezelf wil vertellen.

Omdat ik een wereld ervaar waarin elk individu hartstochtelijk op zoek is naar authenticiteit, puurheid en echte verhalen waarin we kracht kunnen vinden om zelf ons leven op de rails te krijgen.

Daarom schrijf ik!

Geluk is een keuze!

De keuze moet je voluit zélf maken – dat is de belangrijke voorwaarde om te slagen – maar de kracht vinden om telkens weer de volgende stap in je verwerkingsproces te zetten helpt wanneer je omringd wordt door iemand die je leed begrijpt en die je op een gepaste manier kan ondersteunen.

Voor mij was dat Luc Deflem, de man van mijn leven.

Toen we nog louter professioneel met elkaar omgingen, was hij al de enige man die dwars door mijn schild keek, die me niet loste maar op mijn dikke pantser bleef hameren tot ik openbrak.

Hij is de enige man die er ooit in slaagde om mijn masker af te nemen en de enige bij wie ik dat uiteindelijk toeliet.

Door zijn liefde, door zijn unieke zijn, durfde ik me na twintig jaren demonische strijd laten vallen op de matras die thuiskomen heet, durfde ik mijn zo noodzakelijke verwerkingsproces aanvangen dat me verloste van de altijd aanwezige dood in mezelf, om eindelijk herboren te worden in mijn volle potentieel en vitaliteit.

Voor een ander lijkt dit misschien normaal, maar alleen ik ken de diepte van mijn gedachten, en alleen ik kan weten dat deze verwezenlijking vrijwel onmogelijk was.

Dit proces was niet normaal.

Dit proces was groots en alleen hij kon dit met me doen.

Het eerste deel van mijn verhaal Het Einde Is Nu beschrijft mijn leven tijdens de laatste maanden in 2012. Sindsdien is mijn leven radicaal veranderd en dan heb ik het niet alleen over de verandering in mijn burgerlijke staat. Vandaag de dag sta ik herboren in het leven aan het begin van een nieuw tijdperk waarin ik talrijke levenservaringen zal delen als inspiratie voor iedereen die meer zoekt in het leven; voor iedereen die angst, verdriet en weerstand wil inruilen voor een vitaal, gelukkig leven.

En dat begin is nu.

Luc Deflem

Ik ben de echtgenoot van een nabestaande.

Ik ben de echtgenoot van Aniana.

Neen, ik weet niet wat het is om nabestaande na zelfmoord zijn. Ik weet alleen wat het is om echtgenoot te zijn van een nabestaande.

Via woorden aan jou, mijn liefste Aniana, richt ik mij naar alle nabestaanden:

Zeven jaar zijn we inmiddels gelukkig samen, maar desondanks ons geluk zie ik jou al zeven jaar lang vechten, zeven jaar van huilen en lachen, momenten van onmenselijke droefheid en momenten van rustgevend gelukkig zijn, tot je opnieuw eens bij de keel wordt gegrepen en je je misschien afvraagt waarom jij hier (wel nog) rondloopt, wat je had kunnen doen, wat je had moeten doen, waarom?

Verdomme, waarom?!

Nee, jouw verhaal is niet nutteloos.

Jouw verhaal moet verteld worden.

Jouw ervaring zal anderen helpen om sneller bevrijd te worden van het juk dat jij zolang met je meedroeg, van het onredelijke schuldgevoel, van het verstikkende verantwoordelijkheidsgevoel over de keuze van een ander… een ander die jij zo liefhad, een ander die jou zo liefhad.

Ik heb met eigen ogen gezien hoe hard je strijd was om bij de aanvaarding te raken, om werkelijk te accepteren dat het verleden nu verleden is, en van waaruit je doelbewust de moeilijke weg bent ingeslagen om opnieuw geluk te vinden, om opnieuw voluit gelukkig te zijn, omdat geluk een keuze is, jouw keuze, en niet die van die ander.

Ik heb gezien dat het verdriet niet verdwijnt, dat het gemis niet verdwijnt, maar ik heb ook gezien dat wanneer je eenmaal je pijn in de ogen hebt gekeken, hij niet langer je leven bepaalt. Dat was zo’n immense stap. Ik ben zo trots op je. Je nam daadkrachtig het besluit om je pijn en verdriet niet langer in jouw plaats te laten beslissen over jouw leven. Die keuze nam je voluit vanuit je eigen wil, die keuze bepaalt vanaf nu je leven, niet de keuze van die ander.

Hoe kan ik jou nu helpen om anderen te helpen?

Hoe kan ik, samen met jou, die ander helpen die ook partner, vriend, buur of kennis is van een nabestaande?

Hoe kunnen we samen vanuit jouw verhaal anderen helpen de weg te vinden naar de zin van het leven?

Misschien kan ik de zware last op je schouders even overnemen en vanuit mijn belevenis ook anderen helpen jouw pad op te gaan, de weg waarop je kiest voor je eigen geluk.

Ik neem alvast deze missie, samen met jou, ter harte!